Agrarisch natuur- en landschapsbeheer in Brabant

Wie dit leest… 50 euro!

Wie zou de volgende zijn, die dit papiertje in de portemonnee heeft?

Een onorthodoxe poging om wél gelezen te worden.
Nieuwsbrieven. We stoppen er kennis, ervaringen en praktijkvoorbeelden in… en toch blijft het stil na publicatie. Té stil. Zelfs van mensen van wie je denkt: ‘Dit móét interessant zijn’… geen reactie. Dan denk ik wel eens: Ik had net zo goed kunnen schrijven: ‘Wie dit leest, krijgt 50 euro’ en waarschijnlijk had ik niet één briefje uit hoeven keren.
Daarom gooi ik deze keer die 50 euro daadwerkelijk in de strijd. Benieuwd? Leest u verder.

Het liefst zou hij eerst alles ‘kapot’ spuiten
Boeren zijn generaties lang opgeleid in beheersing van de natuur. Netjes werken en opruimen wat in de weg zit. Maar voor de natuur is ‘netjes’ niet altijd beter. Sterker nog; vaak het tegenovergestelde. Opruimen is niet slecht, maar zodra opruimen verandert in uitroeien, wordt het tijd om na te denken…

Het duurt een paar jaar, voordat sommigen doorhebben, dat ‘netjes’ in de natuur een andere kijk vereist. Onlangs was ik bij een deelnemer die vorig jaar begon met agrarisch natuurbeheer. Hij had een prachtig bloemenblok; een eldorado voor bijen. Maar vond het zelf een ‘bende’. Het liefst zou hij het plat klepelen. En als het even kon: eerst nog ‘kapot’ spuiten. Dan was het tenminste écht netjes.

Ik legde uit: “Voor veel dieren zoals reeën, patrijzen, vlinders, bijen, is dit juist een paradijs. Voedsel en veiligheid; net was ze nodig hebben.
Hoofdschuddend: “Het zal allemaal wel. Maar ik zie het anders.”

Boeren aan veel regels gebonden
Overtuigen werkt niet in zo’n situatie. Wat wel kan werken? Aan het denken zetten. Iets zoeken dat blijft hangen. Ingaan op iets waarvan je mag verwachten dat het gevoelig ligt. Dus ik vroeg hem: “Waarom denk je dat veel burgers zo negatief zijn over grote stallen?” Hij heeft zelf hele grote stallen met veel dieren. Vandaar deze vraag.
Hij met stemverheffing: “Omdat ze nóóit komen kijken en geen fláuw idee hebben hoe het écht gaat!”
“Precies dat”, zei ik, “en net zo’n vooroordeel zie ik nu, zélfs bij jou, over natuur. Niet uit onwil, maar uit gewoonte.”

Het gesprek ging verder. “In de natuur is zelden iets niet netjes, of erger nog; smerig. Zodra je een vervuild dier ziet dan is, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, de mens de oorzaak.

Natuurbeheer begint met anders leren kijken en daar willen wij als veldmedewerkers graag bij helpen.
Boeren zijn aan veel regels gebonden, wat vaak irritatie geeft. Agrarisch natuurbeheer is vrijwillig. Dat maakt het een stuk prettiger. Bovendien levert het ook nog een mooie vergoeding op.”
Hij sputterde nog: “Het is toch van de gekke dat ‘ze’ subsidie geven voor onkruid.”
Ik: “Zie jij het salaris van onderwijzer, ambtenaar en politieagent ook als subsidie?”
Hij: “Nee, dat niet. Dat is anders”.
“Nou, nou. Krijgen die geen overheidsgeld? Beledig jij de boer-in-functie, door een markconforme vergoeding voor een ecosysteemdienst, subsidie te noemen? In mijn ogen krijgt de boer een reële vergoeding voor een dienst die hij levert. Dat is toch heel redelijk. Ik zie de boer als aannemer. De maatschappij vraagt om natuur en hij levert die”.
“Ja, maar die vergoedingen mogen best wel hoger zijn”, probeerde hij nog.
“Klopt. Ik geef het door aan ons bestuur”. (Bij deze dus gedaan!)

Schietpartij
En terugkomend op zijn bloemenblok: Voedsel én veiligheid, daar gaat het in de natuur steeds om. “Stel je zit in een restaurant. Er is geen eten, of erger nog; er is wél lekker eten maar ze schieten op je. Wat zou jij dan doen amigo? Gewoon doorgaan met smikkelen?”
Hij: “Wegwezen natuurlijk” en lacherig; “Als dat tenminste nog lukt na de schietpartij”.
“Uw antwoord is juist! En dít ervaren onze gevederde vrienden continu. Voedsel vinden is al lastig voor ze, en veilig opeten nog lastiger. Eén fractie van een seconde te laat, en klauwen of tanden van een predator doorboren het vogellijfje. Einde verhaal!
Kijk, en daarom zijn die vogelakkers, van jou en al onze deelnemers, zo ontzettend belangrijk!

En nu die 50 euro
Heb je dit hele verhaal gelezen? Serieus? Dan mag je me appen, bellen, mailen, aanspreken, en ik zal nummer één die zich meldt, bij de eerste de beste gelegenheid, vijftig euro laten zien.
Zegge: -vijftig euro en nul centen-
En misschien, héél misschien, blijft dit artikel je beter bij dan al die andere. Waar geld al niet goed voor is. Ook al gaat het deze keer niet om het geld, dan nog geldt dit.

Jan Ottens, veldmedewerker BoerenNatuur Brabant Oost