Bij al mijn werk als vrijwillig vogelonderzoeker/-ringer in verschillende projecten van het Vogeltrekstation/NIOO/KNAW, gaat mijn bijzondere aandacht vanaf het jaar 2000 uit naar de kwartel (Coturnix coturnix coturnix). In principe werk ik hiervoor in provincie Noord-Brabant, werkgebied Collectief Oost en in provincie Drenthe, o.a. in terreinen Drents Landschap Hunzedal.

Kwartel
De kwartel komt voor in een groot gedeelte van Europa tot aan Midden-Azië en tot Zuid-Afrika. Nederland bevindt zich ongeveer aan de rand van het verspreidingsgebied. Een hoender die over langere afstanden trekt. Een groot deel van de populatie overwintert in Afrika tot langs de zuidrand van de Sahara. Kwartels zijn echte nachttrekkers en arriveren rond 20 april. De meerderheid eind mei/begin juni. Kwartels staan bekend als opportunistische broedvogels en houden er een complexe broedstrategie op na om in korte tijd grote aantallen jongen te produceren. Het voorkomen per jaar fluctueert nogal en heeft soms een invasief karakter naar het Noorden. De oorzaken van die fluctuaties zijn niet altijd even duidelijk. Waarschijnlijk zijn vooral de omstandigheden rond de Middellandse Zee bepalend. Extreme droogte (vroege oogst en ongeschikt raken van vegetaties) en ook mate van broedsucces zijn van invloed. Door goede zuidelijke omstandigheden weinig presentie van kwartels en/of een late aankomst. Kwartels maken gebruik van het agrarisch gebied, met name uitgestrekte traditionele graanakkers, extensief beheerde gras- en hooilanden, akkerranden en kleinschalige cultuurlandschappen. Wegtrek vindt overwegend in augustus plaats. Zichtwaarnemingen zijn zeldzaam. Alleen de haan laat zich horen met zijn geroep van ‘kwik me dit’. Zij roepen het best bij zwoel, zacht zomerweer, in de voornacht en ochtendschemering. Uit nachtelijke vangsten in Nederland bleek de verhouding 70% hanen en 30% hennen te zijn. Kwartelhanen kennen geen broedzorg en de hennen verjagen de hanen zodra zij gaan broeden. De hanen trekken weer verder op zoek naar hennen. Uit Spaans onderzoek bleek dat 95% van de hanen na 15 dagen het gebied alweer heeft verlaten. Rond een hen kunnen er meerdere hanen actief zijn en roepen. Voor de trendbepaling is dat erg lastig, want 1 roepende haan is nog geen potentieel broedgeval!

Omvangrijk onderzoek
Vanuit Universiteit Barcelona is in Spanje, Portugal, Marokko en Frankrijk een omvangrijk Kwartelonderzoeksproject lopende. Omdat Nederland aan de uiterste noordwestgrens van de broedverspreiding ligt en daarmede interessant binnen Europees onderzoek waren vanaf 2008 de Spaanse onderzoekers in totaal drie keer (ook 2009 en 2019) voor het project in Nederland. Operationeel werden onder mijn leiding kwartels gevangen en bemonsterd. Doel van het onderzoek was om met de Spaanse onderzoekers zoveel mogelijk kwartels te vangen voor het verzamelen van morfologische gegevens en het nemen van genetische monsters (bloed) en veren voor stabiele isotoop analyses. Op deze wijze zou het mogelijk worden de populatiestructuur van zuidelijke en noordelijke broedvogels met elkaar te vergelijken.
Afdwingbaar verbod
Onderzoek aan genetische monsters is ook zeer belangrijk in verband met het massaal uitzetten in de Zuid-Europese landen van Japanse gedomesticeerde kwartels (Coturnix coturnix japonica – meer standvogel) of hybriden daarvan, gefokt met de Europese kwartel (Coturnix coturnix coturnix – trekvogel). Daarmede zou het de genenpool van Europese kwartelpopulaties kunnen bedreigen en mogelijk het trekgedrag beïnvloeden. Het uitzetten van deze ‘kwartels’ voor jachtdoeleinden is een wijdverbreide praktijk in het mediterrane gebied. Dit kan resulteren in de introgressie van onaangepaste allelen in de inheemse populatie. Een afdwingbaar verbod op het uitzetten van ‘Japanse en/of hybride’ kwartels is noodzakelijk om de genetische integriteit te behouden.
In Spanje is en wordt tevens onderzoek gedaan naar een aparte populatie van kwartels van een grote chromosomale inversie. Deze omkering is vermoedelijk heel oud en het betreft 7000 genen, wat 12% van het gnoom is. De inversie kwartels (BB) zijn groter, hoger gewicht, grotere tarsuslengte, rondere vleugels, donker van kleur en weinig tot geen migratie. In 2019 is ter vergelijking met de verschillende populaties onderzoek gedaan aan de vogels die Nederland bereiken en deze zijn tot het AA type gekwalificeerd. Tot heden heb ik aan beide onderzoeken bescheiden meegewerkt.

Ontheffing
Naast mijn algehele ringmachtiging (nr. 725), ben ik ook in het bezit van een ontheffing in het kader van de Wet op de Dierproeven.
Vanaf 2016 worden alle gevangen kwartels door mij in het kader van volksgezondheid voor het zoönose project van het Erasmus MC bemonsterd. Het zoönose project richt zich op het verzamelen van informatie over van dieren op mensen overdraagbare ziektes die door vogels kunnen worden verspreid. Er worden bloedmonsters, keel- en cloacaswabs genomen die worden onderzocht op het voorkomen van virussen. De kwartel wordt o.a. onderzocht op het West-Nijl virus.


Sinds 2022 wordt door mij op verzoek van het hoofd Vogeltrekstation (NIOO/KNAW) in Nederland aanvullend ook bloedmonsters afgenomen voor DNA-analyse. Dit om o.a. te onderzoeken in welke mate de genenpool van de Europese kwartel door het uitzetten van ‘hybriden’ voor de jacht het migratiegedrag kan beïnvloeden en veranderen.
Vangen en ringen
Het ringen van vogels is een wetenschappelijke methode om een vogel van een ring te voorzien met een unieke code. Een terugmelding van de ring – op welke manier dan ook – kan de geschiedenis van de vogel vastgesteld worden. Bij het vangen en ringen van kwartels worden tevens biometrische gegevens verzameld met als doel om de algemene biologie van de kwartel te onderzoeken. Tevens om te proberen aan de hand van morfologische verschillen de populatiestructuur te ontrafelen.

Het vangen vindt plaats door middel van een sprei (net) van b.v. 5 meter bij 8 meter. Dat wordt op de rand van het gewas/vegetatie gelegd. In graanvelden ook in de sproeisporen. Nooit wordt er door het gewas gelopen. De kwartel wordt dan met geluid (digitaal apparaatje) naar de vanger gelokt tot onder het net en zo gevangen.
J(an). D. M. Staal
Literatuur:
Sanchez-Donoso, Ines, et al. ‘Massive genome inversion drives coexistence of divergent morphs in common quails’. Current Biology (2021).
Staal J. & Biemans J. Hoofdstuk 8, ‘Beter één vogel in de hand’. Lumeij J.T. et al. (2008).
Staal J. & Koffijberg K. ‘Kwartels met de Spaanse slag: populatie-dynamiek van kwartels nader geanalyseerd’. Limosa 81 (2008).
Staal J. & Koffijberg K. ‘Spaanse kwartelonderzoekers in Nederland’. Op het Vinkentouw 114 (2008).
Jun Ishigohoka1, en Miriam Liedvogel. ‘Evolutionary genetics: Inversions — Do not quail but go big! Current Biology 32, R72–R96, January 24, 202