Agrarisch natuur- en landschapsbeheer in Brabant

Natuurresultaten Brabantse ANLb

In Brabant is het samenwerkingsverband BoerenNatuur Brabant (BNB) verantwoordelijk voor het afsluiten van beheer met grondeigenaren en voor de monitoring van de natuurresultaten. BNB werkt bij de monitoring intensief samen met het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van Brabants Landschap en een grote groep vrijwilligers van lokale natuur- of weidevogelgroepen. In Brabant wordt in 10 gebieden waar agrarische natuurbeheerpakketten zijn afgesloten gemonitord volgens een landelijke systematiek. In deze gebieden worden akker- en weidevogels geteld. In één gebied al vanaf 2012 en in de andere gebieden vanaf 2016. Door jaarlijks te tellen wordt inzicht verkregen in de effectiviteit van het gerealiseerde beheer. Er wordt namelijk ook geteld in gebieden zonder beheer.

Hogere inzet, beter resultaat
Het landelijke beeld komt heel sterk overeen met het Brabantse beeld. Ook in Brabant is maar een beperkte oppervlakte van het agrarisch gebied bedekt met beheerpakketten voor agrarisch natuurbeheer. Dit zorgt niet voor een ommezwaai van de negatieve trend van boerenlandvogels in onze provincie. Maar op lokaal niveau is wel geconstateerd dat agrarisch natuurbeheer een positief effect heeft op de aantallen en de diversiteit van de broedende boerenlandvogels. Eén van die gebieden waar zo’n positief effect is behaald, ligt in het Land van Heusden en Altena. Daar is met Europese en provinciale subsidie vanaf 2017 tot 2023 in het kader van het Interreg PARTRIDGE-project 10% van het gebied met een oppervlakte van 500 hectare, belegd met agrarisch natuurbeheer. Het is misschien wel het best gemonitorde gebied van Nederland en de monitoringsresultaten laten zien dat met voldoende oppervlakte kwalitatief hoogwaardig agrarisch natuurbeheer en een hele goede begeleiding van de deelnemers goede natuurresultaten bereikt kunnen worden in vergelijking met gebieden zonder beheer.

Golfplatenlandschap
Voor de kritische weidevogels zoals Grutto is Brabant van beperkte betekenis. Er zijn twee weidevogelkerngebieden – het Land van Heusden en Altena en de Beerse Overlaet- waar zware beheerpakketten voor weidevogels worden afgesloten. De diversiteit aan soorten in de afgelopen 10 jaar is in deze gebieden toegenomen. Dit is vooral te danken aan de Brabantse uitvinding van golfplaatplasdrassen, percelen die vergraven worden en een beeld opleveren van droge delen met kruidenrijk grasland en zeer brede greppels met ondiep water. Ze fungeren als een magneet voor diverse weidevogels, waaronder wulp, grutto, kievit, scholekster en kluut. Voor zijn broedgebied is de grutto afhankelijk van kwalitatief naastgelegen vochtige kruidenrijke graslanden. Echter, kruidenrijke graslanden ontwikkelen op zware kleigronden is geen gemakkelijke opgave. BNB is met financiële ondersteuning van de Provincie Noord-Brabant bezig om de graslanden kruidenrijker te maken. BNB hoopt dat deze kwaliteitsimpuls op termijn ervoor gaat zorgen dat ook de populatie van de grutto gaat groeien doordat de graslanden beter geschikt worden als kuikenland. Maar externe factoren spelen hierbij ook een rol. Zo zien we op lokaal niveau een sterke toename van de steenmarter die als predator een groot effect kan hebben op het broedsucces. Om het effect van predatie te kunnen bepalen is BNB in 2025 gestart met een camera-onderzoek naar de aanwezigheid van predatoren en het effect van predatie.

Hoger budget goed inzetten!
BNB hoopt dat met de extra middelen van het huidige kabinet voor agrarisch natuurbeheer het oppervlak aan zwaar beheer substantieel toe kan nemen in de meest kansrijke gebieden. In akkervogelkerngebieden wordt het beheer geconcentreerd om tot een bedekking van 10% te komen, waarmee de trend van aantallen en diversiteit van akkervogels stabiel kan blijven of zelfs kan toenemen. Verder zal BNB extra investeren in verdere scholing en opleiding van veldcoördinatoren en vrijwilligers ten behoeve van kwaliteitsverhoging beheer en verbetering tellingen.

Meer informatie over het ANLb-stelsel
Meer dan 12.000 boeren in Nederland nemen vrijwillig deel aan het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). De uitvoering wordt gecoördineerd door 40 agrarische collectieven, verenigd in de landelijke koepelorganisatie BoerenNatuur. In overleg met de boeren bepalen de collectieven waar welk type beheer het beste past. Het ANLb werkt met beheerpakketten die, in samenwerking met ecologen, wetenschappers en overheden, specifiek zijn ontwikkeld om leefgebieden te creëren voor de doelsoorten. Zo zijn er pakketten voor het beheer van graslanden en akkers, maar ook voor landschapselementen zoals houtwallen, sloten en poelen. Daarnaast omvat het ANLb maatregelen die bijdragen aan een betere bodem- en waterkwaliteit en helpen bij klimaatadaptatie.