Afgelopen jaar was een jaar van bijzondere omstandigheden. Door een hele lange, natte lente in de vestigingsfase van de weidevogels, lieten werkzaamheden op het land langer op zich wachten. De weersomstandigheden bleven ook gedurende bijna de hele aanloop naar de zomer gematigd, en tijdens de zomer waren de hete periodes niet zo extreem als voorgaande jaren. Daardoor waren er minder problemen met extreme droogte op de kleigronden tijdens de cruciale kuikenfase. Gecombineerd met voldoende zwaar beheer wat in de polder ligt, zorgde dit voor gunstige omstandigheden voor de weidevogels. Kijkend naar de behaalde resultaten, zien we dat dan ook terug in de aantallen.
Nestsucces
In eerste instantie ziet we aantallen legsels die ietwat lager zijn dan de jaren hiervoor. Maar dat is niet direct schrikken. In de praktijk blijkt namelijk veelal dat minder hoge aantallen legsels een teken is van nestsucces bij de vogels. Omdat de weidevogels langere tijd ongestoord door werkzaamheden konden broeden, zijn veel legsels succesvol uitgekomen. Vogels hoefden niet – na het verlies van hun eerste legpoging – opnieuw te beginnen. Uit de tellingen en waarnemingen die dit jaar door de vrijwilligers en de BTS (Bruto Territoriaal Succes) -tellers zijn gedaan, volgen ook positieve geluiden over de kuikenoverleving. Er zijn daarnaast ook iets meer kuikens van o.a. kievit geringd dan afgelopen jaren. De weidevogels hebben dit jaar baat gehad bij de gunstige omstandigheden in de polder.
Een definitief rapport over de behaalde resultaten volgt later dit jaar.
Fien Oost