De door de regering zo gewenste weg naar een meer natuurinclusieve landbouw ligt vol voetangels en klemmen. In de 8 jaar dat we bezig zijn het agrarisch natuurbeheer in Nederland vorm te geven en uit te voeren, hebben we al heel wat hindernissen moeten slechten, maar vooral het laatste jaar was het ongekend en té hectisch. Door de late politieke besluitvorming en de vele onzekerheden die kleefden aan het NSP, onderdeel van het nieuwe GLB, was het in alle lagen eigenlijk niet te doen. En dit moet dan ook een waarschuwing zijn voor de volgende periode! Voor ambtenaren van RVO en provincie, voor BoerenNatuur en Collectieven en natuurlijk ook voor elke grondgebruiker die er zijn beslissingen op moest baseren qua bouwplan. Dit kan zo echt niet!
Spoedoverleg
Toch moet het uitgevoerd worden en is er hier en daar een ontzettende hoop werk verricht onder hoge druk, waarvoor chapeau! Maar nog is alles niet geregeld en zal er dit jaar opnieuw uitgesteld en aangepast worden. De eerste zorg nu is om het budget veilig te stellen om de indexering van het ANLb te betalen. Dit was RVO nl vergeten op te nemen in hun begroting, zodat we nu als BoerenNatuur erachteraan moeten, willen we niet tegen grote tekorten aanlopen de komende 6 jaar. Het gaat over zo’n 200 miljoen, dus alleszins de moeite om spoedoverleg op het hoogste niveau.
Minister Adema heeft zich er positief over uitgelaten, maar geregeld is het nog niet.
Uniformering collectieven
Dan de uniformering van de collectieven d.m.v. de naamgeving, bijbehorend logo en PR-faciliteiten. Dit is geregeld en we hebben als Brabantse collectieven besloten om verder te gaan onder de naam BoerenNatuur West-Brabant, -Midden-Brabant en -Oost-Brabant. De officiële presentatie hiervan zal t.z.t. bekend gemaakt worden door onze PR-commissie. Ik denk dat de herkenbaarheid landelijk, maar ook in de provincie er een stuk beter van zal worden.
Sollicitatiegesprekken
Intussen zijn de sollicitatiegesprekken met de belangstellenden voor het nieuwe DB van BoerenNatuur gestart en hebben we er alle vertrouwen in dat dit zal leiden tot een goed werkbare organisatie die voorbereid is op de toekomst met aan het roer de 12 bestuursleden uit de provincies.
Tenslotte zijn we ook bezig om het bestrijden van probleemonkruiden op de agenda te krijgen, want voor diverse pakketten is dat een terugkerend probleem. Onderlinge kennisuitwisseling en eventueel gebruik van de nieuwste digitale technieken kan daarin wellicht voor oplossingen zorgen. Wij hopen daar in elk geval op, want het zou voor velen een hindernis minder zijn om aan mee te doen aan agrarisch natuurbeheer.
Jan van der Biezen