Veelgehoorde vraag bij het project 100haTG1.0: “Wat is of zijn die transitie gewassen?” Ondertussen is de inschrijving en de toebedeling voor dit project om transitiegewassen te telen gesloten, maar de vraag blijft actueel. Hieronder gaan wij in op de betekenis van Transitiegewassen in de zoektocht naar meer duurzaamheid.
Over een aantal jaren moeten nieuwbouwwoningen of renovatieprojecten voor een groot gedeelte bestaan uit biologische materialen. Staal, beton en kunststof zullen dan voor een (groot) gedeelte vervangen zijn door materialen die uit de agrarische sector komen. Een rekensom leert dat er dan jaarlijks in Nederland ongeveer 50.000 ha van deze gewassen geteeld moeten worden om aan de vraag van de bouwsector te kunnen voldoen. Dit kan een kans zijn voor de transitie van de landbouw.
Gewaskeuze
Vraag is dan welke keuze interessant is en waar die gewassen moeten komen te staan.
Het antwoord is simpel en eenduidig: op percelen waar standaard gewassen het van nature wat minder goed doen zonder technische ondersteuning. Dat zijn vaak de lagere (nattere) gedeelten in het landschap en de hogere (drogere) delen. Ook deze transitie gewassen zullen daar niet hun hoogst mogelijke opbrengst halen, maar ze kunnen tegen een stootje en behoeven weinig of geen zorg.
Voorbeelden van zulke gewassen zijn Miscanthus, Zonnekroon en Vezelhennep. Bij die lage zorg kan het saldo toch redelijk blijven. In het project is hiervoor gekozen maar er zijn meer transitiegewassen.
En de afzet?
Een uitdaging is nu om een goede keten op te zetten: in het idee ‘Van land tot Pand’ levert de agrarische sector de grondstof. De loonwerker moet het kunnen oogsten en fabrieken moeten de grondstof dan verwerken tot bruikbare bouwmaterialen zoals bouwplaat en isolatiematerialen. Verder zullen bouwbedrijven verplicht worden de producten te verwerken.
Pilot 100haTG1.0
Er zijn ook de nodige vragen rond die transitiegewassen. Wat doen die gewassen met het aanzicht van het landschap en de bodemkwaliteit?
Om daar een antwoord op te krijgen is BoerenNatuur Brabant Midden een pilot gestart**. In januari zijn bodemmonsters genomen voor een nulmeting met behulp van eDNA (environmental DNA). Daarmee kunnen we een inzicht krijgen over het bodemleven. Tevens worden er randen ingezaaid in het aanzicht van een Miscanthus-aanplant. We kunnen dan in de praktijk ervaren wat het effect op de bodem en op de landschappelijke inpassing is. In de zomer kunnen we kijken wat zo’n rand voor invloed heeft op het aanzicht van zo’n miscanthusperceel. Dat is belangrijk omdat Miscanthus tot 4 meter hoog kan worden. Voor die randen hebben we nu wintervoedselakker en bloemblok gekozen: gewassen die zich ecologisch bewezen hebben en attractief zijn. Wordt vervolgd…
*Het project 100HaTG1.0 werd mogelijk gemaakt door Waterschap De Dommel.
** De pilot voor bodemkwaliteit en landschappelijke inpassing werd mogelijk gemaakt door Waterschap De Dommel en De Rabobank.