Elsendorp 23 januari 2020
Op uitnodiging van Agrarisch Natuurbeheer Oost-Brabant sprak Hans van der Staak afgelopen donderdag over het belang van organische stof (humus) in de bodem. Op een bevlogen wijze wist Hans zijn publiek wegwijs te maken in de elementaire kennis van bodemkunde. Een onderwerp dat gezien de klimaatverandering, de problematiek rond stikstof en CO2 weer veel belangstelling heeft. Dat blijkt wel uit de grote opkomst; circa 50 belangstellende boeren en andere geïnteresseerden.
Hans is als bodemspecialist werkzaam bij Heliconopleidingen en als agronoom bij Den Ouden Groenrecycling. “Graaf weer eens een kuil, zoals je deed als kind en kijk eens naar het bodemprofiel”, was de eerste tip die hij zijn gehoor gaf.
Organische stof bepaalt sterk de kwaliteit van de grond.
In de grond vinden bijzonder ingewikkelde processen plaats. Ogenschijnlijk lijkt het alsof planten vanzelf groeien. Maar in werkelijkheid hebben we hier te maken met een veelheid aan chemische, fysische en biologische processen. Verstoring van één ervan heeft direct gevolgen voor de groei van de planten en daarmee ook van de dieren. Alle dieren zijn immers afhankelijk van planten. Alleen planten kunnen het zonlicht ‘vangen’, CO2 vastleggen en omzetten in energie. Daarbij komt zuurstof vrij als ‘afvalstof’. Dieren doen het omgekeerde: ze gebruiken de zuurstof en energie die planten maken en produceren CO2.
Spons
De organische stof in de grond (humus) bepaalt voor een belangrijk deel de sponswerking van de bodem. Hoe meer humus, hoe meer sponswerking.
1% meer humus betekent circa 500 m3 meer water dat vastgehouden wordt. Heel belangrijk met de steeds droger wordende zomers. Per jaar valt er ongeveer een meter regen. Planten hebben ruim de helft ervan nodig. In de zomer valt er steevast te weinig water. Daarom is het zo belangrijk dat de grond voldoende bufferend vermogen heeft. Kern van Hans zijn betoog was daarom: hoe kunnen we het humus gehalte van de bodem opkrikken?
Bodemleven
Humus is goed voor het bodemleven. Je zou het niet zeggen, maar in de grond zitten meer kilogrammen ‘dier’ dan erboven. Op één hectare grond kunnen maximaal 3 koeien een jaar rond leven (circa 1800 kg koe). In de grond leeft een veelvoud ervan. Alléén al aan wormen kan wel 4 tot 5000 kg zitten! Hoe meer humus, hoe meer bodemleven. Door verkeerd gebruik neemt het humusgehalte af. Eenmaal onder de 2 % (veel gronden zitten tussen de 2 en de 5%) dan wordt het lastig om het humusgehalte weer op peil te krijgen.