Aandacht voor insecten in West-Brabant
Het is alweer een aantal jaren geleden dat de noodkreet “De bijen sterven uit” te horen was. Deze breed uitgedragen kreet, haalde zelfs het journaal, was gelijk een keerpunt. Het besef drong door dat insecten het moeilijk hebben maar ook onmisbaar zijn vanwege hun plaats in de keten. Sindsdien is er veel gebeurd en dat leidde tot onderstaande ontmoeting op 9 maart.
Vanaf het moment dat de provincie meewerkte en Brabants Landschap een plek kregen binnen de nieuwe organisatie ging het snel. Het past binnen het brede streven naar biodiversiteit en natuurinclusief. Nu de rest van de provincie nog!
Verslag Partnerbijeenkomst Bijenlandschap West-Brabant, 9 maart 2023
In het Bijenlandschap West-Brabant werken sinds 2017 zo’n 40 organisaties uit West-Brabant samen aan de verbetering van het leefgebied voor wilde bijen en bestuivers. Wilde bijen en bestuivers zijn van levensbelang voor onze leefomgeving, voor de biodiversiteit en voor onze voedselproductie. Het gaat echter niet goed met de wilde bijen en bestuivers. Het mooie is wel dat we de bijen en bestuivers kunnen helpen: actie ondernemen heeft effect.
Op 9 maart 2023 kwamen de partners van het bijenlandschap bij elkaar om de resultaten van de afgelopen jaren te bespreken en door te kijken naar nieuwe projecten. Het Bijenlandschap was hiervoor te gast bij Waterschap Brabantse Delta.
Alwijn ten Cate, lid dagelijks bestuur van het waterschap, heette de aanwezigen van harte welkom. Wethouder Hans Peter Verroen benoemde als bijenambassadeur voor onze regio het belang van samen blijven werken voor de bijen en andere bestuivers. We kunnen trots zijn op de daadkracht in onze regio en de resultaten die zijn behaald, er is echter ook nog veel te doen.
Dat actie ondernemen en samenwerken effect heeft en bovendien ook slim is, kon Arjen de Groot, ecoloog van Wageningen Environmental Research onderbouwen.
Sinds de start van het bijenlandschap wordt op een aantal plekken in West-Brabant het effect van maatregelen gemeten. Op een aantal locaties is de manier van maaien aangepast en op een aantal plaatsen zijn bloemrijke mengsels ingezaaid. Kortweg is de conclusie dat inzaaien voor de korte termijn (een aantal jaren) een significante verbetering oplevert. Het aanpassen van het maaibeheer vraagt wat meer geduld maar zorgt voor de langere termijn voor toename van het aantal en aantal soorten bloemen.
Bestuivers zijn van belang voor onze voedselproductie, dat is bekend. Dat een diversiteit aan bestuivers belangrijk is voor een goed oogst is voor verschillende gewassen onderzocht. Arjen de Groot lichtte toe wat de relatie is tussen de kwaliteit van bestuiving door honingbijen, wilde bijen en hommels en de opbrengsten in de aardbeienteelt. De conclusie is dat bloemranden de bestuiving van aardbeien verbeteren. Dit komt doordat er bij meer bloemen meer verschillende wilde bijen, hommels en zweefvliegen voorkomen die zorgen voor een betere bestuiving van de bloemen. Dit levert een grotere oogst aan klasse 1 aardbeien op en dus meer inkomsten voor de teler. Investeren in wilde bijen en bestuivers is hiervoor effectiever dan het toevoegen van (nog) meer honingbijen.
Als derde onderwerp werd doorgesproken over de mogelijke concurrentie tussen honingbijen en wilde bijen. Wetenschappelijk is bekend dat die concurrentie kan optreden. Of dat ook echt op een bepaalde plaats gebeurt is afhankelijk van de situatie: welke bijensoorten er zitten en hoeveel bloemensoorten er aanwezig zijn. Meer voedsel, dus meer bloemen, is het advies. Zelfs dan zullen je excessieve hoeveelheden van honingbijen moeten voorkomen. Maatwerk en het maken van een goede risico-inschatting dus.
In het algemeen geldt de logische conclusie: hoe meer bloemen en hoe groter de variatie in bloemen, hoe meer verschillende bestuivers er voor kunnen komen.
Als laatste agendapunt werd doorgekeken naar de speerpunten voor het bijenlandschap voor de komende tijd. Het is belangrijk dat de lopende activiteiten worden voortgezet, daar bestaat ook geen twijfel over. Daarnaast zet Bijenlandschap West-Brabant specifiek in op de volgende thema’s:
– Het betrekken van inwoners, jong en oud. Educatie is hierbij een belangrijk thema. Voor basisonderwijs en de onderbouw van voortgezet onderwijs is er een mooi educatiepakket beschikbaar. De wens is om ook het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs nauwer te betrekken.
Ook met woningcorporaties en gemeentes wordt eraan gewerkt om, met inwoners, de bijen en bestuivers in de wijken meer plaats te geven. Hulp en ideeën zijn welkom!
- – Dijken hebben veel potentie als leefgebied voor wilde bijen en andere bestuivers. Het zijn robuuste elementen die tegelijk voedsel en nestelgelegenheid kunnen bieden. Er zijn verschillende soorten dijken in West-Brabant. Maatwerk is mogelijk en nodig, maar op alle dijken liggen kansen. In de bijgevoegde presentatie zijn linkjes opgenomen naar het dijkenproject en de onderbouwing van de waarde van dijken. En deze korte video geeft een duidelijke uitleg: www.bestuivers.nl/dijkenproject
- – Bijen-bloesemsingels, heggen, hagen, struweel, bomen: ook hiervoor is een bijvriendelijke keuze te maken. Dit thema biedt kansen voor openbaar groen, tuinen, natuurgebieden, erfbeplanting en landschapsversterking in het buitengebied. Het mooie is dat de meerwaarde van een diversiteit aan insecten voor natuurlijke plaagbestrijding (Functionele agrobiodiversiteit) steeds meer aandacht krijgt, dat is een extra winst!
Heb je interesse in een bepaald onderwerp en wil je meewerken om er vorm en inhoud aan te geven, dan horen we dat graag.